SI en taalontwikkeling
Bij veel kinderen met stoornissen in de taalontwikkeling (TOS) verloopt de verwerking van zintuigprikkels minder goed. Het is zinvol om daar aandacht aan te besteden. Hoewel ieder kind een eigen specifieke manier heeft om zintuigprikkels te verwerken, zijn er wel bepaalde aspecten van voelen, spelen en bewegen die bij kinderen met stoornissen in de taalontwikkeling in het algemeen van belang zijn.
- Voelen: Het van elkaar kunnen onderscheiden van prikkels
- Spelen: De alertheid reguleren door midddel van spel
- Bewegen:
Het bewegen over en het steun nemen op de grond
Het van elkaar kunnen onderscheiden van prikkels. Kinderen met TOS kunnen last hebben van bepaalde geluiden - auditieve overgevoeligheid. Het is ook mogelijk dat ze juist teveel geluid langs zich heen laten gaan - auditieve ondergevoeligheid. Hierdoor kunnen zij minder goed luisteren naar wat er gezegd wordt. Het is dan moeilijk de verschillende geluiden van elkaar te onderscheiden. Het is zinvol om zintuigprikkels van elkaar te leren onderscheiden door voelspelletjes. Het onderscheiden van verschillende materialen en vormen. Dat kunnen simpele spelletjes zoals voorwerpen uit een sloop halen zonder in de sloop te kijken tot en met het onderscheiden van lettters en cijfers op het gevoel. Bijvoorbeeld:
Er zijn ook speciale voelspelletjes in de handel. Een aantal daarvan zijn beschreven in de nieuwsbrief van novenber 2018, bij speelgoedblog voelmemory en bij cadeautips.
Zie ook de suggesties bij auditieve overgevoeligheid
De alertheid reguleren door middel van spel
Bij een lage alertheid verliezen kinderen voortdurend hun aandacht bij wat ze aan het doen zijn. Ze vergeten steeds waar ze mee bezig zijn. Er gaat veel informatie langs ze heen. Bij kinderen met TOS kan dat gesproken taal zijn maar ook andere informatie.
Bij een hoge alertheid zijn kinderen te krampachtig gericht op wat ze aan het doen zijn. Dat levert extra spanning en stress op. Het kost ze moeite om hun aandacht gericht te houden op wat ze aan het doen zijn. Hun taalontwikkeling maar eigenlijk hun hele ontwikkeliing verloopt daardoor minder onbevangen. Een uitgebreidere beschrijving van alertheid is te vinden bij slaapproblemen.
Bij kinderen met TOS maar ook bij andere kinderen met ontwikkelingsstoornissen kan het zinvol zijn om ze te helpen bij het reguleren van de alertheid. Een goede manier om dat te doen is door te zorgen dat uw kind speelt. Spel is de manier waarop kinderen hun alertheid reguleren. Voor kinderen waarbij het minder goed lukt om te spelen kunt u suggesties vinden bij spelen.
Voor kinderen met TOS is het van belang om te zorgen voor voldoende beweging. Beweging - vooral grote bewegingen - lokken uit tot geluid maken. Het gaat dan niet zozeer om het zeggen van bepaalde woorden maar het uiten van plezier dat het bewegen geeft. De geluiden maken dan onderdeel uit van het bewegingspel. Voor het maken van geluiden wordt de adem gebruikt met name de uitademing. Daarvoor is het belangrijk om steun te kunnen nemen op de grond. De lukt het beste als de grond als vast punt gebruikt wordt om vanuit te bewegen, kracht te zetten en de adem als het ware naar buiten te duwen. Ze kunnen die 'kracht' uit hun voeten halen als ze staan of vanuit hun zitvlak bij het zitten. Maar ook door met hun handen of met welk lichaamsdeel dan ook op de grond of een ander oppervlak zich af te zetten of steun te nemen.
Steun nemen met je romp. Bij kinderen met TOS kan door onvoldoende stabiliteit van de romp het steun nemen op hun handen, voeten en billen een probleem zijn. Door extra steun te geven aan de romp wordt het gemakkelijker om zowel hun handen als hun stem te gebruiken. Dat kan door het kind op zijn buik op een platformschommel, in een hangmat, over een bal of een rol te laten spelen. We lokken daarmee uit dat hij met zijn buik op deze materialen steun gaat nemen.
Spelen, liggend
op een platformschommel
We kunnen daarbij helpen door met onze handen extra druk op de billen te geven.
Bij sommige kinderen is dat niet voldoende en moeten we beginnen om die druk tussen hun schouderbladen te geven. Langzaam kunnen we proberen om onze handen naar een lager punt op de rug te verplaatsen. Een kind kan ook steun nemen met zijn romp, en zijn gewicht verplaatsen door over de grond te rollen of op zijn buik over een grote rol of bal te rollen.
Els Rengenhart © 2019 Privacybeleid