Overprikkeld of toch niet?
Het lijkt er op dat steeds meer mensen last hebben van
zintuigprikkels. Ze zijn overgevoelig voor bepaalde
zintuigprikkels en raken daardoor overprikkeld. De oplossing wordt
dan gezocht in het zo veel mogelijk vermijden met het in
aanraking komen met de betreffende zintuigprikkels. Hoewel dat een
begrijpelijk strategie is, en ook in zekere mate zorgt
dat iemand minder gauw overprikkeld raakt, is het toch vaak
niet de enige of de beste oplossing. Vaak gaat het
overprikkeld zijn gepaard met ondergevoeligheid voor bepaalde
zintuigprikkels en is hij of zij ook onderprikkeld. Om
het tegelijk voorkomen van over- en onderprikkeldheid te kunnen
begrijpen, moeten we naar de manier van verwerking van
zintuigprikkels kijken.
De
verwerking van zintuigprikkels:
De zintuigen hebben eenvoudig gezegd twee taken: het waarschuwen voor gevaar en het opnemen van informatie. Iedere zintuigprikkel heeft een waarschuwend vermogen en geeft ook een stukje informatie. De verhouding tussen die twee is niet bij alle zintuigprikkels hetzelfde. Sommige zintuigprikkels hebben een groter waarschuwend vermogen dan andere zintuigprikkels. De mens selecteert de zintuigprikkels die op hem af komen en ‘kiest’ welke taak aan de orde is: waarschuwen voor gevaar of informatie opnemen. Dit ‘kiezen’ gebeurt grotendeels onbewust. In het algemeen heeft het waarschuwen voor gevaar voorrang. Het waarschuwend vermogen bepaalt de functie van een zintuigprikkel. Er kunnen drie verschillende manieren van reageren op zintuigprikkels worden onderscheiden. Bij elke zintuigprikkel die op ons af komt, maken we steeds opnieuw ‘een keuze’ wat we met die zintuigprikkel gaan doen. De drie manieren zijn:
De zintuigen hebben eenvoudig gezegd twee taken: het waarschuwen voor gevaar en het opnemen van informatie. Iedere zintuigprikkel heeft een waarschuwend vermogen en geeft ook een stukje informatie. De verhouding tussen die twee is niet bij alle zintuigprikkels hetzelfde. Sommige zintuigprikkels hebben een groter waarschuwend vermogen dan andere zintuigprikkels. De mens selecteert de zintuigprikkels die op hem af komen en ‘kiest’ welke taak aan de orde is: waarschuwen voor gevaar of informatie opnemen. Dit ‘kiezen’ gebeurt grotendeels onbewust. In het algemeen heeft het waarschuwen voor gevaar voorrang. Het waarschuwend vermogen bepaalt de functie van een zintuigprikkel. Er kunnen drie verschillende manieren van reageren op zintuigprikkels worden onderscheiden. Bij elke zintuigprikkel die op ons af komt, maken we steeds opnieuw ‘een keuze’ wat we met die zintuigprikkel gaan doen. De drie manieren zijn:
Schema verwerking van
zintuigprikkels
Zintuigprikkels langs ons heen laten gaan. Deze
zintuigprikkels hebben een laag waarschuwend vermogen en
worden daardoor niet of bijna niet opgemerkt. We besteden er in
ieder geval geen aandacht aan. Dat zijn vooral bekende prikkels
zoals de vertrouwde geluiden in ons huis en de kleren die onze
huid aanraken. Het is nuttig dat een groot aantal prikkels niet
tot ons bewustzijn doordringen. Hierdoor kunnen we onze aandacht
op de meer relevante zintuigprikkels gericht houden.
Zintuigprikkels die informatie opleveren. Deze
zintuigprikkels hebben een gemiddeld waarschuwend vermogen,
waardoor we onze aandacht erop richten en we de informatie van
de zintuigprikkel kunnen gebruiken. Hiervoor is het nodig dat
een zintuigprikkel betekenis heeft, dat er iets aan te
'beleven' valt. Dat onze nieuwsgierigheid wordt
gewekt, dat we er door geboeid raken.
Hierdoor gaan we met die prikkel aan de gang
en is de prikkel in staat onze aandacht vast te
houden. Het is een voorwaarde om iets te leren en om de
aandacht bij ons 'werk' te houden. Het gebruik van
deze prikkels wil zeggen dat op deze prikkels een
motorische reactie, een handeling, volgt. Dat wil dus zeggen
sensomotorische integratie. Op deze wijze wordt de sensorische
informatie toegepast in ons motorisch handelen. Zeker wanneer
onze activiteiten doelgericht zijn, zorgt een stroom van
propriocepieve informatie - informatie uit onze spieren en
gewrichten - dat we onze aandacht bij de activiteit kunnen
houden en we letterlijk betrokken zijn bij wat we doen.
Zintuigprikkels die waarschuwen voor gevaar. Deze
prikkels hebben een hoog waarschuwend vermogen en vragen
dringend om de aandacht. Zij waarschuwen dat er gevaar dreigt,
dat het niet veilig is. Deze prikkels dringen met voorrang tot
het bewustzijn door, wat we ook aan het doen zijn. Deze
zintuigprikkels verstoren alle andere bezigheden. Ze
zetten aan tot onmiddellijke actie met het doel om uit de
bedreigende situatie te komen. De prikkels zetten aan tot het
overlevingsgedrag vluchten, vechten of verstarren van angst. Het
is een instinctieve reactie en minder een bewuste keuze. Deze
instinctieve motorische reactie is op dat moment meestal heel
doelgericht en redt ons uit een moeilijke situatie.
In principe zijn de drie manieren niet goed of fout, maar een
middel om te zorgen dat we tijdig worden gewaarschuwd voor
gevaar terwijl we ondertussen onze aandacht
kunnen richten op de dingen die we aan het doen zijn,
op de dingen die we belangrijk en leuk vinden. Op deze
manier kunnen we dingen leren.
Van overleven naar beleven
Indien iemand overprikkeld is heeft hij last
van of wordt te snel gewaarschuwd door prikkels die hij
eigenlijk beter langs zich heen kan laten gaan. Er is dan vaak een
directe overgang van prikkels niet opmerken, langs je heen laten
gaan, naar er last van hebben. De ondergevoeligheid
voor zintuigprikkels, ze langs je heen laten gaan, en de
overgevoeligheid, er teveel door waarschuwd te
worden gaan bijna direct in elkaar over. In beide
gevallen worden de zintuigprikkels niet of onvoldoende
gebruikt in een motorische handeling - de
sensomotorische integratie. (Linker schema van de afbeelding: Van
overleven naar beleven.) Door bij iemand die overprikkeld is
dan vooral prikkels weg te nemen, kan hij, bijna als en
prikkelzoekende reactie, nog meeer gaan reageren op prikkels die
hij eigenlijk langs zich heen moet laten gaan. De over- en
ondergevoelihgheid voor het gebruik van zintuigprikkels ligt als
het ware dicht bij elkaar en kan van het ene moment in het andere
in elkaar overgaan. Deze manier van prikkelverwerking is vooral
gericht op overleving en zien we vaak bij mensen met
autisme.
Bij iemand die gauw overprikkeld is,
kunnen we het beste op zoek naar prikkels die hij kan gebruiken in
zijn dagelijkse handelingen. Op die manier worden de
zintuigprikkels geďntegreerd door het motorisch handelen - de
sensmotorische integratie. We gaan op zoek naar prikkels die hij
prettig vindt en waar hij iets mee kan. We vergroten daarmee
de op beleving gerichte prikkels, het 'middenstuk' van het
schema. (Rechter schema van de afbeelding: Van overleven naar
beleven.) Hierdoor zorgen we er ook voor dat de over- en
ondergevoeligheidsreacties niet voortdurend in elkaar overgaan. We
zetten er als het ware een dam tussen.
Om belevingsgericht gedrag uit te lokken is het
belangrijk om te zorgen voor (extra) proprioceptieve informatie,
dat is informatie uit spieren en gewrichten. We zorgen er zo
voor dat iemand betrokken is bij wat hij doet. Dat kunnen we doen
door:
- Het uitvoeren van doelgerichte handelen - zelf bewegen met een bepaald doel of een plan. Hieronder vallen alle activiteiten van het dageljks leven en voor kinderen met name ook spel.
- Extra proprioceptieve informatie toevoegen door stevige druk tijdens het aanraken en bewegen. Dit kan door stevig wrijven bij aanraken en stevig vasthouden bij bewegen. Zie ook druk uitoefenen met een bal en masseren met verschillende materialen.
- Gebruik maken van een druk- of verzwaringsvest, pols of enkelgewichten bij bepaalde activiteiten. Zie ook druk en verzwaringsmateriaal en het gebruik van gewichten.
- Stevig steun nemen op en verplaatsen over de grond. Zie ook 'schaatsen' op matjes.
- Activiteiten waarbij je kracht moet gebruiken. Zie ook bovenop verschillende materialen liggen.
- Activiteiten waarbij je je zowel letterlijk als figuurlijk bij betrokken voelt. Sport en spel zijn activiteiten die naast het bewegen ook nog een beroep doen op de emotionale betrokkenheid. Die houdt ons dan letterlijk en figuurlijk bij de les.
Veel succes!
Els Rengenhart © 2018-2019 Privacybeleid